Verzuchtingen van lieden die net boodschappen hebben gedaan over hoe duur alles toch is geworden, hoor ik al m’n hele leven. Verzuchtingen en andere subjectieve menselijke uitingsvormen als zuchten, vloeken, tieren, twitteren (sorry, Elon: X-en) en onderbuiken zijn interessant als indicatie dat er volgens dat individu ergens iets aan de hand is. Kortom: het vereist nader onderzoek en als er geen hard bewijs voor geleverd kan worden, verdient het de vergetelheid. Omdat ik zelf ook regelmatig boodschappen doe, betrapte ik onlangs mezelf ook op bovengenoemde verzuchting. Tsja, dat vereist dus onderzoek:
De boodschappen zijn inderdaad flink duurder geworden. Die verzuchtingen kloppen dus. En in Nederland is die inflatie hoger dan in de rest van de Eurozone.
Nog een paar cijfers: in de periode 2019-2024 zijn de bedrijfswinsten in Nederland gestegen met 32% en de lonen met 24%; de verwachting is dat die trend zich in de jaren 2024 en 2025 zal voortzetten (Bron: Bussiness Insider Nederland). Volgens een artikel van T. de Vos en J. Koopmans in ESB, een platform voor economen in Nederland van 22 november 2024, zijn in de rest van de Eurozone de bedrijfswinsten teruggezakt naar het niveau van vóór corona, terwijl ze in Nederland daar nog steeds ver boven ligt: ‘de winstquote steeg in Nederland tussen 2019 en 2023 van 40,1% naar 44%, terwijl de Europese winstquote in die periode steeg met 1,4% naar 40,7%. Beide winstquota zijn sinds de piek weer aan het dalen, al daalt die in Nederland minder.’ De heren Vos en Koopmans concluderen onder de titel ‘Niet lonen maar winsten verklaren relatief hoge inflatie in Nederland’ dan ook dat de hoge inflatie in Nederland voor een belangrijk deel te wijten is aan de hoge bedrijfswinsten: ‘dat komt omdat bedrijven in sommige bedrijfstakken hun afzetprijzen meer hebben verhoogd dan hun inkoopprijs, waardoor de prijzen in Nederland sterker zijn gestegen dan strikt noodzakelijk.’ en ‘Prijzen hadden meerdere procenten lager kunnen liggen als de winstgevendheid sinds 2019 constant was gebleven.’
Vos en Koopmans onderbouwden zo de 7% looneis van de FNV te financieren uit het verlagen van de winstquote naar het niveau van 2019. De baas van de Nederlandse Bank, Knot, schoot natuurlijk gelijk in de ‘loon-prijs-spiraal-kramp’.
Gezien die winstquote in Nederland is het niet vreemd dat GroenLinks-PvdA al enige tijd een belasting op overwinsten bepleit. Dat kan je gevoeglijk vergeten met een kabinet dat economisch gezien puur VVD-beleid uitvoert en belangrijker: het bekt niet zo lekker als bijvoorbeeld bijvoorbeeld Fabertjes mantra: ‘het strengste asielbeleid ooit’ en dat bekken daar lijkt het steeds meer om te gaan.
Waarom zouden we moeilijk doen met een politiek onhaalbare belasting op overwinsten of nog erger een zinloos beroep op het maatschappelijke verantwoordelijkheidsgevoel van ondernemers, het kan veel simpeler: een prijsstop!
Uit de jaren vijftig van de vorige eeuw herinner ik me prijsstops en loonstops. Dat waren heel gewone beleidsinstrumenten van het regeringsbeleid in die jaren. Prijsstops zijn allang in het Museum van de jaren Vijftig beland, loonstops daarentegen leefden voort onder de eufemistische benaming loonmatiging.
En… prijsstop bekt lekker m.a.w. het heeft de potentie mensen te mobiliseren (Clinton: ‘It’s the economy, stupid.’). Argumenten die daar vanzelfsprekend tegen worden aangevoerd zijn:
1. Het zou de vrije markteconomie verstoren. Nou die heeft 50 jaar zo’n goddelijke gang kunnen gaan. Het wordt tijd voor wat bijsturing.
2. Er zouden tekorten kunnen ontstaan (een dus een zwarte markt) doordat producenten minder gaan produceren, omdat het niet meer winstgevend genoeg is. Ik denk dat vrees voor marktaandeelverlies in deze globale economie ze wel van dat scenario zal afhouden.
3. Bedrijven zouden minder gaan investeren in innovatie en dat is op langere termijn schadelijk voor de economie. Het Nederlandse bedrijfsleven munt al niet uit in innovatieve investeringen. Door de makkelijke huidige winsten zijn ze wellicht eerder lui daarin. Beperking van hun overwinsten kan juist stimulerend werken op hun investeringszin.
Als alternatieven voor een prijsstop worden genoemd:
1. Toeslagen voor de lage inkomens. Nog los van die affaire, we moeten af van die bureaucratische en pleistersplakkende rompslomp.
2. Monetair beleid. Monetair beleid is een zaak van de Europese Centrale Bank (ECB) en renteverhoging is juist voor de gehele Eurozone niet nodig en dus geen alternatief.
3. Loonsverhoging. FNV-looneis (men leze het ESB-artikel van 22 november 2024 bovengenoemd) en de Pavlov-reactie van Knot.
Echte economen, ik bedoel degenen die zich bezig houden met theorieën over de economische wereld en niet met vaststaande waarheden daaromtrent; theorieën en modellen die telkens weer op drijfzand blijken te zijn gebouwd (aldus Joris Luyendijk in the Guardian in 2015) zullen een prijsstop wellicht complete onzin vinden, maar mij lijkt het een poging waard. Kom op FNV, CNV, SP, GroenLinks-PvdA !!!!!
PS.
De inkt van dit schrijven was nog niet droog of het AD maakte bekend dat de regering Schoof voornemens is het hoogste BTW-tarief (o.a. auto’s, kleding) te verhogen van 21 naar 21,4%. Dat heeft dus een inflatie aanjagend effect, tenzij er een verbod aangekoppeld wordt die verhoging door te berekenen in de prijzen, maar dat meldt het AD niet. Eerder is te verwachten dat ondernemers van de gelegenheid gebruik zullen maken, die doorberekening naar boven af te ronden… wie roept er iets over een PRIJSSTOP!?
Meld je hieronder aan voor de nieuwsbrief van de Joop redactie die binnenkort van start gaat. Wekelijks ontvang je de beste artikelen, opinies en aanraders in je inbox.