Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Wie is er bang voor de heerschappij van ‘het gepeupel’?

  •  
17-04-2025
  •  
leestijd 5 minuten
  •  
992 keer bekeken
  •  
ANP-519406620

Waar chaos, angst en onzekerheid heersen, zoekt men zijn toevlucht tot populistische demagogen.

Aristoteles heeft de Atheense democratie terecht beschreven als een politiek systeem waarbij burgers beurtelings regeerden en geregeerd werden en als een systeem waarbij de armen de heerschappij over de rijken uitoefenden, een soort ‘dictatuur van het proletariaat’ avant la lettre dus. De traditionele adel kon er niet meer omheen, dat de dagloners die de succesvolle oorlogsvloot bemanden en zo een groot aandeel in de welvaart van hun stadsgenoten hadden hun aandeel op het politieke toneel opeisten.

Je ziet in de geschiedenis tijdens maatschappelijke revoluties veelal een democratisch moment, waarbij nieuwe maatschappelijke klassen die in economisch opzicht belangrijker werden ook meer politieke invloed opeisten. Dat zag je in het Athene aan het einde van de 6e eeuw gebeuren, waar de boeren talrijker werden en de privileges van de rijke adel betwisten. Dat zag je in de Franse Revolutie waar de opkomende industriële burgerij meer rechten en een parlementair systeem met meer invloed opeiste en ook tijdens de Russische februari-revolutie van 1917 waar werkers in de industrie met arbeidersraden (sovjets) experimenteerden.

De ondergang van de Atheense democratie betekende ook het einde van een traditie van directe democratie. Haar historische ervaringen hebben tot op de dag van vandaag weinig invloed gehad op de vorming van latere politieke stelsels, zij het wel in negatieve zin als een antivoorbeeld. Loting van beambten werd nog toegepast in de Italiaanse republieken uit de Renaissance, zoals Florence en Venetië, maar deze functies waren voorbehouden aan leden van rijke families. En de plaatselijke en regionale (kantonale) Volksvergaderingen (Landesgemeinden) in Zwitserland vanaf de 15e eeuw. Inmiddels is dit stelsel bijna geheel uitgestorven; wel heeft zich daar vanaf de 19e eeuw een parlementair systeem ontwikkeld waarbinnen het referendum een belangrijke plaats inneemt.

Enigszins vergelijkbaar daarmee zijn de constitutionele ontwikkelingen in de verenigde Staten van Amerika, waar in de 17e eeuw in Nieuw Engeland op gemeentelijk niveau de jaarlijkse Stadsvergaderingen (Town Meetings) werden gepraktiseerd, die ook vrijwel uitgestorven zijn. In verschillende Staten heeft het referendum zich binnen het parlementaire stelsel genesteld, waarbij de burgerij onder meer het recht heeft om de gouverneur af te zetten (right of recall). Al deze ontwikkelen zijn echter niet geïnspireerd door de Atheense erfenis.

Tot op de dag van vandaag leeft een aristocratische ideologie gevormd door filosofen en politieke denkers die de Atheense democratie en alle vormen van directe democratie diskwalificeerden met de denigrerende term ‘mob rule’ (regering van het gepeupel). Zij waren bang voor de tirannie van de arme ‘domme massa’, die standpunten zou innemen vanuit de waan van de dag, zonder oog te hebben voor zaken van algemeen belang, terwijl het juist de rijke elite was die haar eigen belang nastreefde, maar steeds probeerde dat als algemeen belang te verkopen.

Jennifer Roberts heeft deze neiging scherp omschreven:

“De meeste moderne denkers zagen de Volksvergadering bevolkt door onwetende ‘boerenkinkels’ (boors) die alleen uit waren op hun eigenbelang en niet in staat waren om redelijke besluiten in het algemeen belang te nemen.”[Jennifer Tolbert Roberts, Athens on Trial: The Antidemocratic Tradition in Western Thought, Princeton, 1994, p. 14]

John McClelland heeft dat in mijn ogen ook zeer krachtig en bijna cynisch geformuleerd:

“Je kunt bijna wel zeggen dat de politieke theorieën bedacht werden om aan te tonen dat democratie, het zelfbestuur van mensen, onvermijdelijk uitloopt op de heerschappij van het gepeupel.” [J. S. McClelland, The Crowd and the Mob, 1989, pp. 1-2]

De Verenigde Staten worden vaak de grootste democratie genoemd, maar die term dekt bij nader inzien de lading totaal niet. Nu hebben de Founding Fathers in 1787 ook helemaal geen ‘democratie’ willen vestigen. Zij noemden hun stelsel een ‘republiek’ naar voorbeeld van het klassieke Romeinse staatsbestel. Zij beschouwden het klassieke Atheense model, gelijk Plato en Aristoteles, als een ‘ochlocratie’, ofwel een dictatuur van de domme massa. Zij hadden in het geheel geen vertrouwen in het politiek oordeelsvermogen van gewone burgers.

“Bestuur door een beperkt aantal afgevaardigden heeft enerzijds als effect dat opvattingen over de publieke zaak via een filter [medium] van een gekozen lichaam van burgers uitgezuiverd en kwalitatief verbeterd [enlarged] worden; hun wijsheid kan de ware belangen van het land het best bepalen en hun patriottisme en waarheidsliefde maken het hoogst onwaarschijnlijk dat deze belangen opgeofferd worden aan tijdelijke of partijdige overwegingen. [….] In zo’n systeem kan het goed gebeuren dat de publieke opinie, vertolkt door de afgevaardigden van het volk, meer in harmonie [consonant] is met het algemeen belang dan wanneer die door het volk zelf, in vergadering bijeen, wordt vertolkt.” [‘Federalist Paper nr. 10’ (1787) in: Hamilton, Madison en Jay, The Federalist Papers (red. Clinton Rossiter), New York, 1961, p. 82]

Op den duur kreeg het ingevoerde parlementaire stelsel, waar de gewone burger door uitbreiding van het kiesrecht wat meer politieke invloed kreeg de naam parlementaire democratie en tegenwoordig wordt deze variant veelal ‘de democratie’ genoemd. Het is ook een binair (zwart-wit) begrip geworden: een samenleving is of een democratie of een autocratie. Ik beschouw democratie echter als een gradueel begrip, dus een samenleving kan meer of minder democratisch zijn. Dat betekent dat democratie nooit af is en continu om onderhoud en verbetering vraagt: democratie als ‘permanente utopie’.

De bedreiging van de democratie komt echter niet van het ‘gepeupel’, maar van een ‘aristocratische elite’. In deze tijd zien we dat deze via moderne populistische methoden een bedreiging voor onze ‘liberale democratie’ vormt. En moeten we vrezen voor nieuwe vormen van fascisme.

Dat betekent, volgens mij, dat we ons in zullen moeten zetten om het parlementaire stelsel te redden van een autocratische staatsgreep door de zwakkeren in de samenleving een hoopvol perspectief te bieden. Waar chaos, angst en onzekerheid heersen, zoekt men zijn toevlucht tot populistische demagogen die met tegenstrijdige beloften de teleurgestelden voor hun karretje proberen te spannen. In zo’n situatie gaat rechts ‘er vandoor’ met het electoraat dat links ‘laat liggen’.

Maar we zullen ook de zwakheden van onze huidige politieke systeem tegen het licht moeten houden en bereid moeten zijn om te experimenteren met nieuwe vormen van volksmacht, zoals met de in populariteit toenemende, via loting samengestelde, Burgerberaden.

Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.

BNNVARA LogoWij zijn voor