Als automobilist is autopech één van de vervelendste dingen om mee te maken. Bovendien kun je daar zelf vaak weinig aan doen. In sommige situaties was een kapotte auto mogelijk wél te voorkomen geweest, maar in welke situaties precies? Dat vroegen we aan Jos van der Drift. Hij werkt als auto-expert bij de ANWB.
Dagelijks helpt de wegenwacht gemiddeld 3500 mensen met autopech. Om pech te voorkomen is het volgens auto-expert Jos van der Drift van de ANWB belangrijk om je auto goed te onderhouden. Maar met goed onderhoud voorkom je niet alles. “Natuurlijk kun je met goed onderhoud veel voorkomen, maar vaak is het gewoon een kwestie van pure pech. Bijvoorbeeld wanneer je een spijker in je band hebt.”
Eén van de meest voorkomende pechgevallen waar de wegenwacht voor wordt ingeschakeld is volgens Van der Drift een kapotte accu. Zelfs wanneer je je auto regelmatig goed laat nakijken, is dat probleem vaak niet te voorkomen. “Een accu gaat gemiddeld ongeveer vier jaar mee. Een accu wordt in de loop der tijd steeds kwetsbaarder. Uiteindelijk kan de accu het in één keer begeven. “Het kan bijvoorbeeld zijn dat je vandaag een prima werkende accu hebt en het morgen sterk vriest en je accu defect is. Een accu die het spontaan begeeft, dat is vaak wel een feit.”
Voor wie de auto weinig gebruikt, heeft de auto-expert het volgende advies: “Als je heel weinig rijdt is het verstandig om de auto om de paar dagen tóch even te laten starten. De accu loopt namelijk langzaam leeg als je hem niet gebruikt. Ook wanneer je alleen korte ritjes maakt, krijgt de accu onvoldoende tijd om op te laden. Het is daarom verstandig om ook langere afstanden te rijden.”
Wie de auto op Schiphol parkeert voor een lange vakantie loopt ook meer kans op een lege accu. “Je hebt auto’s die na drie weken al te weinig spanning hebben, doordat die auto’s altijd slapende stroomgebruikers hebben. Bepaalde componenten moeten simpelweg gevoed blijven, dus óók als de auto stilstaat”.
Een ander veelvoorkomend pechgeval waar de wegenwacht vaak voor wordt gebeld, is een kapotte lamp. Het is volgens de ANWB raadzaam om voor iedere rit je lampen te controleren. Veel automobilisten hebben een standaard lampensetje in hun auto liggen. Maar zijn deze standaardlampjes wel voor iedere auto geschrikt?
“Wat je vaak ziet is dat een lampensetje van de ene auto meeverhuist naar de andere auto. Autoverlichting maakt momenteel een enorme evolutie door. Zo is het goed mogelijk dat je een lampensetje hebt waar bijvoorbeeld nog halogeenlampjes in zitten. Bijvoorbeeld een H1- of een H4-lamp. En dat terwijl je inmiddels misschien een moderne auto met ledverlichting hebt”, legt Van der Drift uit.
Volgens de auto-expert bellen mensen met een kapotte lamp vaak direct de wegenwacht. Maar met een beetje goede voorbereiding is dat zeker niet altijd nodig.
Het is wél belangrijk om te weten welke lampjes je voor jouw auto nodig hebt, want niet alle lampen zijn voor alle modellen geschikt. “Als je er zeker van wilt zijn dat je de juiste reservelampjes hebt, kun je het beste naar een garage of een winkel die auto-onderdelen verkoopt. Daar kunnen ze op basis van het kenteken zien welke lampjes je nodig hebt. Natuurlijk kun je ook naar een autodealer gaan die de bewuste lampjes voor jouw auto heeft liggen.”
Van der Drift vervolgt: “Heel veel auto-onderdelen – waaronder lampjes – worden namelijk gekoppeld aan het kenteken. Op dezelfde manier kun je ook zien welke motorolie of bijvoorbeeld koelvloeistof je voor jouw auto nodig hebt.”
Datzelfde geldt ook voor bijvoorbeeld een lekke band. “Vroeger was het meer gebruikelijk dat de bestuurder de krik uit de achterbak haalde om de band te verwisselen. Dat fenomeen zie je steeds minder en is bijna uitgestorven. Mensen hebben tegenwoordig sneller de neiging om gelijk de wegenwacht te bellen. En als automobilisten lid zijn van de ANWB willen ze daar ook graag gebruik van maken.”
Van der Drift geeft het advies om niet zomaar zelf de band te verwisselen. “Je moet namelijk wel weten wat je doet.” Daarnaast komt een lekke band ook wel eens voor op een plek waar het niet handig – of zelfs ronduit gevaarlijk – is om hem te verwisselen. De auto moet dan éérst veiliggesteld worden. “Ga dan niet zelf aan de kant van de weg met een krik knoeien.”
Als je toch besluit om zelf de band te verwisselen is het volgens de expert verstandig om de moeren op de juiste manier vast te draaien. “Als je vergeet de wielmoeren goed vast te draaien of precies andersom te monteren dan kan het echt goed misgaan.”
Een ander veelvoorkomend pechgeval is het tanken van de verkeerde brandstof. “Als je bijvoorbeeld in een huurauto of tijdelijke leenauto rijdt, kun je aan de binnenkant van het brandstofklepje zien welke brandstof je nodig hebt.”
Wanneer het je toch overkomt, is het volgens van der Drift belangrijk om je motor niet te starten en gelijk de hulp van de wegenwacht in te schakelen. “De auto van de wegenwacht is voorzien van een afzuiginstallatie die zorgt dat de tank leeggezogen wordt.”
Als er een rood lampje gaat branden op je dashboard moet je gelijk stoppen en de motor afzetten. In het autoboekje kun je de betekenis van het lampje opzoeken.
Van der Drift: “Als je er niet achter komt wat de betekenis van het lampje is, dan is het verstandig om de wegenwacht te bellen. De wegenwacht vraagt dan aan de automobilist om een omschrijving van het lampje te geven. De telefonist kan dan op afstand inschatten of het bezwaarlijk is om ermee door te rijden of dat je de auto beter kunt laten staan. Maar een rood lampje betekent altijd dat je zo snel mogelijk moet stoppen en dat je de auto moet parkeren op een veilige plek langs de weg.”
Daarnaast zijn er ook verschillende oranje lampjes. “Wanneer er een oranje lampje op je dashboard verschijnt, is haast in die zin niet gelijk geboden. Het is dan wel de aanbeveling om je auto op een zo kort mogelijke termijn naar de garage te brengen.”
Auto-expert Van der Drift merkt op: “Als je iets hoort of voelt aan de auto dat afwijkt van het normale is het altijd verstandig om op korte termijn naar de garage te gaan. Dat zijn de signalen dat er wat aan de hand kan zijn. Om erger te voorkomen, kun je beter niet te lang wachten. Want hoe langer je wacht, des te duurder de reparatie uit kan vallen. In het ergste geval heb je dan bijvoorbeeld een nieuwe motor nodig. En dat kan al snel meer dan achtduizend euro of meer kosten.”
Hij vervolgt: “Als je om de twee dagen elke keer een halve liter koelvloeistof moet bijvullen, dan is dat gewoon een teken dat de auto naar de garage moet. Als je dat niet doet kan het zo zijn dat je onderweg ineens al je water kwijt bent. Een lekkage kan in een keer zijn toegenomen en dan draait je motor door oververhitting in de soep.”
Meld je snel en gratis aan voor de Kassa nieuwsbrief!