Veenmol
© Rob van de Vries
Het voorjaar komt eraan en dat betekent dat we weer meer in de tuin gaan werken. Bij het omspitten van de grond kun je dan een veenmol tegenkomen. Ondanks de naam, is het diertje geen mol maar een insect! Toch delen ze een kenmerkende eigenschap met mollen: het zijn supersnelle gravers. Voordat je het weet is die weer in de bodem verdwenen.
Veenmollen behoren tot de krekels en worden zo’n 4,5 cm lang. De vrouwtjes worden zelfs nog iets langer, tot wel 7 cm. Je ziet ze niet vaak, want ze leven voornamelijk onder de grond. Hier zijn ze goed op aangepast: de voorpoten zijn ontwikkeld tot echte graafwerktuigen met enorme klauwen.
Als je goed kijkt, zie je op het achterlijf korte vleugels. Deze gebruiken ze alleen niet om mee te vliegen. Wel kunnen ze hiermee boven de grond nog net iets meer snelheid krijgen bij gevaar. Behalve graven, staan ze er ook om bekend goed te kunnen zwemmen, al doen ze dit niet heel vaak.
Zwemmende veenmol
© Siebe
Een veenmol ziet weinig daglicht tijdens z’n leven. Eten, slapen en de voortplanting: het gebeurt allemaal onder de grond. Toch zijn ze dichterbij dan je zou denken. Ze graven namelijk tunnels die maar enkele centimeters onder het oppervlak zitten. Zo kunnen ze goed bij plantenwortels, waar hun dieet voornamelijk uit bestaat.
Ook de jonge veenmollen, ook wel nimfen genoemd, groeien op in de duisternis. Het vrouwtje zorgt de eerste 2 tot 3 weken voor de kleintjes door voedsel naar het nest te brengen. Het is de enige Nederlandse krekelsoort die op deze manier voor de jongen zorgt.
Veenmol
© Petjoe
De veenmol komt voor in gebieden met zachtere bodems, zoals zand en veen. Hier kunnen ze goede tunnels graven met hun grote voorpoten. Met de scherpe voorste nagels schraapt de veenmol de grond los, waarna die met het middelste deel van de voorpoot de grond wegscheppen.
Hoewel ze niet tot dezelfde familie behoren, hebben zowel de veenmol als de mol sterk ontwikkelde voorpoten die als graafwerktuigen dienen. Dit fenomeen heet 'convergente evolutie': twee soorten die los van elkaar dezelfde lichamelijke eigenschappen ontwikkelen. Een ander voorbeeld hiervan is het ontstaan van vleugels bij zowel vogels als vleermuizen.
Veenmol
© Karelbuitenkamp
De soort komt voor in heel Nederland, met name voor in Zuid-Holland en Zeeland. Wel is het zo dat de veenmol steeds minder wordt waargenomen. Door het gebruik van insecticiden en de intensivering van tuinbedrijven gaat het steeds slechter met het dier. Daarom staat de soort tegenwoordig op de Rode Lijst. Mocht je tijdens het tuinieren een veenmol tegenkomen, laat het diertje dan met rust. Met zijn supersnelle graafkrachten zal die snel weer in de grond verdwijnen.
Bron: EIS | Naturalis
Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.